We zitten zij aan zij in de zon en we chillen
De grillen van de winter maken plaats voor zomerhitte!
En de zomerhitjes, die maken plaats voor dope hiphop
Geen rip-off,
De adem kikt op
Shit die je oplicht!
Yo een knal (knal, knal, knal…)
De deur valt dicht achter me
Terwijl ik word verblind door het licht
Yo ik verwachtte je!
Het is die tijd van het jaar bedacht ik me
En nu bedank ik je voor je komst
Maar verlang van je dat je blijft
En niet soms maar altijd
Tenminste dit jaargetijd’
De duisternis verdrijft
En het luchtruim doorklieft met je stralen
Voor de beste dingen in het leven hoef je niet te betalen!
Niks te klagen deze vruchtbare dagen
De vogeltjes fluiten
Terwijl de bijtjes de bloemetjes bestuiven
Je kunt nu zelfs luisteren naar de adem
Zonder te huiveren (brrrrr!)
De warme lucht licht je op
Het felle licht lucht je op
De tucht van verplichting zit erop
Dus kom naar buiten!
Waar huiden worden gebruind
Kluitjes mensen niet voor de buis gekluisterd in het duister
Maar in de tuin struinend
In beduidend veel soorten en maten
Dames met dread-draden als haren op het hoofd
Heren met lange zwarte bakkebaarden dus joods
En jonge mannen, versierd met tatoeages
Ze zijn geloveloos
Mensen zoals jij en ik, zij en wij
We zitten zij aan zij in de zon en we chillen
De grillen van de winter maken plaats voor zomerhitte!
En de zomerhitjes, die maken plaats voor dope hiphop
Geen rip-off,
De adem kikt op
Shit die je oplicht!
Voor zover… voor zover voor zover!
Voor zover het zomergevoel
Nu volgen zomerverhalen
Graag kom ik terug op die dame
Met dread-draden als haren
Vele malen laat ze me staren
Op het zonnige strand en in de straten van rotterdam!
Bakken en braden overbodig
Indien mogelijk draagt ze gewaden
Die de exotische tint van die lange benen verraden (dodelijk!)
Inborst vrolijk, goedlachs
Een rij witte tanden waar je naar smacht
Tussen twee volle lippen
Om te zwijgen van d’r verstand
En innerlijke kracht (yo daar valt niet aan te tippen)
In gedachten ga ik terug naar die zomerse dag
Waarop ik mijn opwachting maakte voor een ontmoeting met een dame uit
Suriname
Ik zag d’r staan, ik staarde
Ze keek me aan, gebaarde
Mijn hart bonkte en ik stotterde b-b-bbedoel je mij?
Ze zei ja jij, en kom eens dichterbij (okeee)
Ik zette m’n vriendin opzij
Ik ging staan in de rij, ze was een populaire meid
Mannen met vlijt bij de vleet
Maar gestreden was de strijd nog niet
Dus ik zeg ik schrijf raps, ik maak beats
De helft van het conmen-duo staat hier
Le-le-le-le-le ti tia, want dat was haar naam
Volgens de ketting om haar nek met een bordje deraan
Ik maak vast een goeie beurt was mijn gedachte
Ze glimlachte (hihihihihihi)
En vroeg vervolgens:
“ken je murth dan?” (“nee”)
“sta je in de hitlijst dan? waar staat je auto dan?” (“euh…”)
“wie is dan? het is marius, versta je me?!”
En ik draaide me, want ik voelde me zwaar genaaid
En ik baalde van mijn falen (fuck it!)
Het was tijd om af te taaien
Wat ik deed om te bedaren, dat kun je vast wel raden
Want we chillen
En we chillen
En we chillen…
We zitten zij aan zij in de zon en we chillen
De grillen van de winter maken plaats voor zomerhitte!
En de zomerhitjes, die maken plaats voor dope hiphop
Geen rip-off,
De adem kikt op
Shit die je oplicht!
We chillen, we chillen we chillen en we chillen
Want we zitten zij aan zij, we zitten zij aan zij
En we chillen, en chillen, en chillen en we chillen
Want we zitten zij aan zij, we zitten zij aan zij (oooh)
Jullie chillen, en chillen en chillen en chillen
Jullie zitten zij aan zij, zitten zij aan zij
En we chillen, en chillen, en we chillen en we chillen
Want we zitten zij aan zij, zij aan zij
We zitten zij aan zij
We zitten zij aan zij
We zitten zij aan zij en we chillen en we chillen