[THANK TO: Rianne]

Waarom? (Ja, zeg me waarom)
Oh, Waarom? (Oh, zeg me nou waarom)
Waarom? (Ja, waarom dan zeg me dat dan)
Oh waarom (Hé hé, we gaan beginnen. Let op hoor!)

Refr:
Vraag uw eekhoorn waarom
waarom doe jij dit toch zo graag?
Vraag uw eekhoorn waarom
vaarom doe jij dit nog vandaag?

Vraag uw eekhoorn gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

(Refr.)
Oh je vraagt gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

Soms wel. (Soms wel)
Soms niet. (Soms niet)
Als het 40 graden is,
wanneer het regent dat het giet
Soms wel. (Soms wel)
Soms niet. (Soms niet)
En dan zingen alle eekhoorns weer dit lied

(Refr.)
Oh je vraagt gewoon dat ene ding
Maak jij wel eens een boswandeling?

We liepen eens een eindje door de bossen (De bossen)
Daar zagen we die kleine beestjes hossen (Ja hossen)
Je weet niet wat je ziet,
als je ze feesten ziet.
Ze springen en ze dansen oh zo goed (Oh, zo goed)
Je moet het eens een keertje gaan beleven (beleven)
Ze hebben daar gewoon een lekker leven (lekker leven)
De bossen dat is fijn.
Daar wil ik altijd zijn.
Een wandeling dat doet je oh zo goed.

(Refr.)
Vraag uw eekhoorn gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

(Refr.)
Oh je vraagt gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

Soms wel (Soms wel)
Soms niet (Soms niet)
Als het 40 graden is,
wanneer het regent dat het giet.
Soms wel. (Soms wel)
Soms niet. (Soms niet)
En dan zingen alle eekhoorns weer dit lied;

(Refr.)
Vraag uw eekhoorn gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

(Refr.)
Oh je vraagt gewoon dat ene ding;
Maak jij wel eens een boswandeling?

Maak jij wel eens een boswandeling?
Maak jij wel eens een boswandeling?